De inrichting van Nederland

Nederland geniet nog altijd wereldfaam als het gaat om het inrichten van het eigen land. Inpolderingen en de aanleg van zee- en rivierdijken, sluizen, afwateringen en waterwegen hebben grote delen van ons land tot een typisch cultuurlandschap gemaakt. De ‘schikkende hand van de mens’ is er dominant aanwezig.
Maar hoe is het vandaag de dag gesteld met de realisatie van dergelijke grote plannen? In een sterk verstedelijkt land waar de functies wonen, werken, mobiliteit en vrijetijdsbesteding om voorrang strijden? Waar de ruimteclaims zo nijpend zijn geworden dat nieuwe landaanwinning (IJburg) en meervoudig grondgebruik (HSL-tunnel, Utrechtse Baan, Zuidas) de enige oplossingen lijken te zijn voor het voldoen aan de vraag naar woon-, werken
recreatieve ruimte. En waar paradoxaal genoeg elders land onder water wordt gezet (De Blauwe Stad) en ‘nieuwe natuur’ wordt gecreëerd.
Na aandacht te hebben geschonken aan projecten op het terrein van de architectuur (2003) en gebiedsontwikkeling (2004) biedt De Gouden Piramide 2005 inzicht in de totstandkoming en eerste resultaten van recente macroprojecten in Nederland. De initiatiefnemers van deze ruimtelijke projecten – provincies, waterschappen en gemeenten – schakelen op zeer verschillende wijzen ontwerpers en de ‘markt’ in bij de realisatie van deze omvangrijke plannen.
Veertien gezichtsbepalende inzendingen van de Rijksprijs 2005 worden becommentarieerd, beschreven en uitgebreid gedocumenteerd. Twee essays belichten voorts de problematiek van de ‘grote plannen’ in Nederland vanuit verschillend perspectief.